"Van het geld voor jouw ticket, kan je ook half Kenia te eten geven”, zei een goede vriend tegen me vlak voor mijn vertrek. Overdreven natuurlijk, maar de boodschap is duidelijk. Armoede- en hongerbestrijding doe je niet in een stad die bekend staat om xxl-burgers en gratis refills. Dat doe je on the ground met je voeten in de modder.
Terwijl ik langs Hummers en gele taxi’s op 5th Avenue richting Central Park loop en me blijf verbazen hoeveel neon-reclame er is, vraag ik me het volgende af:
Weet het Afghaanse meisje dat niet naar school mag, de moeder uit Niger die haar kinderen niet te eten kan geven, of de met HIV-besmette Zuid-Afrikaan dat de wereld de komende dagen bijeenkomt om hún situatie te verbeteren? Ik vraag het me af.
Doet het er eigenlijk toe? Misschien ook wel niet. Deze top is immers bedoeld om regeringsleiders de daad bij het woord te laten voegen. Om nieuwe afspraken te maken. Maar toch…
Toch voelt het vreemd om een driedubbele hamburger,wat nauwelijks op m’n bord past te eten, terwijl ik hier ben om over honger te schrijven. Vreemd om gratis mijn halve liter cola bij te vullen, terwijl ik hier ben om over toegang tot schoon drinkwater te schrijven. Vreemd om een dure taxi te pakken, terwijl ik hier ben om over armoede te schrijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten